FAIR FOOD AFFAIR

Uncategorized

Experimenteren met biodiverse maatregelen voor een natuurinclusieve landbouw in het Grenspark Groot Saeftinghe

Het Grenspark Groot Saeftinghe is een gebied in volle ontwikkeling. En vergis je niet, het gaat verder dan natuurontwikkeling alleen. Hier komen haven, natuur en landbouw samen. Het ideale speelterrein om concreet aan de slag te gaan om in 2030 met fierheid achterom te kunnen kijken. We mochten getuige zijn van hoe men in dit gebied moedig tracht een voorloper te zijn in de zoektocht naar duurzamer landbouwmethoden. De tijd rond de vergadertafel zit er op. Of toch voor even. Tijd om de handen uit de mouwen te steken!

Landbouwer aan zet

Het Grenspark neemt de reguliere landbouw als vertrekpunt voor verduurzaming van de sector. Door de jaren heen zijn landbouwpercelen steeds groter geworden en werd er ingezet op het zo efficiënt mogelijk telen van monoculturen. De gezondheid van de bodem en de biodiversiteit rond het land komt dit helaas niet ten goede. Binnen het Grenspark experimenteert men daarom volop met hoe het anders kan en laat daarbij de landbouwer zelf aan zet. Vanuit hun expertise werden boeren mee rond de tafel gebracht om na te denken over verschillende biodiverse maatregelen, mét de kans om deze ook zelf uit te testen.

Één van hen is Joris Baecke. Vanuit zijn nieuwsgierigheid ging hij het afgelopen jaar aan de slag met strokenteelt. Een nieuw concept dat al volop uitgetest wordt in de Boerderij van de Toekoemst in Lelystad. Joris deelde zijn landbouwperceel op in vier kleinere percelen en wisselt hierop gewassen af die op verschillende momenten gezaaid en geoogst worden. Hierdoor vinden akkervogels opnieuw schuilgelegenheid en broedplaatsen op het veld. Ook hazen varen wel bij de grotere afwisseling in het landschap. Voor de breedte van de percelen hield Joris rekening met zijn werkbreedte. Zo is hier elke strook 39 meter breed; een veelvoud van drie en daarmee compatibel met de breedte van de zaaimachine. Een mooi voorbeeld van hoe een economisch rendabele landbouw hand in hand kan gaan met ecologische verduurzaming.

12 paar handen uit de mouwen

Momenteel steken 12 agrariërs in het gebied de handen uit de mouwen om verschillende maatregelen te testen die de biodiversiteit versterken. Op deze manier bouwen zij zelf mee aan ervaring en inzicht in natuurinclusieve landbouw die hun verdienmodel vrijwaart. Na enkele jaren van uitproberen, vallen en opstaan, zal men bepaalde conclusies kunnen trekken naar een volhoudbaar model en zou een effect in het landschap en de biodiversiteit merkbaar moeten zijn. Naast de strokenteelt, wordt er momenteel ook geëxperimenteerd met het inzaaien van bloemenranden, het aanleggen van insectenstroken en het dunner inzaaien van graan wat opnieuw een zegen is voor akkervogels. Zij kunnen langer op het gebied fourageren en vinden bijvoorbeeld insecten en onkruidzaadjes op open plekken in het veld.

De laatste schakel in de keten

Uiteraard gaan alle experimenten gepaard met de nodige uitdagingen en hier en daar wat opbrengstverlies voor de landbouwers, maar waar een wil is, is een weg. En dat die er is, is duidelijk. Dat wij als consument zelf ook sturing hebben in dit alles, staat als een paal boven water. Elke cent die we uitgeven, is een stem voor een bepaald landbouw- en verdienmodel. Pas als wij als consument bereid zijn om meer te betalen voor een gezond en eerlijk product, kan de boer ook écht fundamentele veranderingen doorvoeren. De markt van bewuste consumenten is momenteel nog vrij klein, waardoor de boer moet roeien met de riemen die hij heeft om voldoende opbrengst te halen uit zijn teelten. Hij wordt als het ware door de consument gestuurd wordt om bepaalde keuzes wel of niet te maken.

Het dunner inzaaien van brouwgerst bijvoorbeeld, komt neer op slechts de helft zaaizaad en de helft bemesting, maar de grond kost natuurlijk evenveel dan wanneer op de gangbare manier wordt ingezaaid. Voor de natuur is dunner inzaaien dus beter, want de bodem blijft gezonder en er wordt meer fauna aangetrokken op het veld. Maar voor de rekening van de landbouwer komt het gangbare model er nog steeds beter uit, ook al kan hij in verhouding op twintig procent extra opbrengst rekenen bij vijftig procent minder inzaai, vanwege het dikker uitzetten van de gerst.

In vele gevallen doet men een beroep op korte keten afzetkanalen om zoals in dit geval de meerkost qua teelt terug te verdienen. Zo wordt de brouwgerst van akkerbouwer Bart Brooijmans samen met lokale hop uit Sint Jansteen en enkele Zeeuwse oergranen verwerkt tot het Patrijske, een lokaal streekbier gebrouwen in Hulst.

‘t Is aan ons!

In een wereld in verandering richting een duurzamere toekomst zijn alle partijen aan zet, zoveel is duidelijk. Maar laten we daarbij vooral niet vergeten dat we zelf ook deel uitmaken van één van die partijen. We kunnen de kracht van verandering extra vaart geven, bijvoorbeeld door een fris lokaal streekbiertje aan onze lippen te zetten… Niet slecht toch?!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *